Vraag en antwoord

jdb_fotografie_IMG_3282_klein

In principe kan je met een heel aantal klachten naar de osteopaat.
De meest voorkomende klachten zijn rugklachten, hoofdpijn en migraïne, maag- en darmklachten, zenuwpijnen, klachten als gevolg van een hernia, onrustige benen, krampen, duizeligheid.
Ook bij klachten als gevolg van een doorgemaakte Corona is het zinvol om het lijf na te kijken en ondersteunen waar nodig. 
Daarnaast is osteopathie zinvol bij verklevingen van buikvlies en/of longvlies, bv. na chemotherapie, hartoperatie of na keizersnede.

Je kunt ook naar een osteopaat als je geen klachten hebt, voor een preventieve check dus.
Het lichaam wordt altijd compleet nagekeken. 

Andere klachten waar je mee naar een osteopaat kan zijn:

  • slecht slapen
  • blijvende klachten na operaties, zoals verklevingen aan de darmen
  • menstruatieklachten
  • diarree en obstipatie
  • baby’s: voorkeurshouding, slecht slapen, darmkrampjes, eet- en slikproblemen, overmatig huilen, enz.
  • kinderen: gedragsproblemen, motorische moeilijkheden, slecht slapen, enz.
  • enz.

Ja dat is wel handig. De oorzaak voor nekklachten kunnen immers uit bekken, knie of schoudergordel komen. Hoe meer een osteopaat kan voelen en zien, hoe beter hij z’n werk kan doen.
Heb je hiermee echt moeite dan kan een sportbeha en/of sportbroekje uitkomst bieden.
Vind je het helemaal niet fijn dan mag je de kleren aanhouden tijdens het consult.

Osteopathie is mijns inziens helemaal niet zweverig. Vaak is het de onbekendheid bij mensen of artsen waardoor het zweverig lijkt.
Voor mij is osteopathie een manuele therapie die alle weefsels onderzoekt en behandelt.
Het is gebaseerd op anatomie en fysiologie en probeert altijd te verklaren waarom iets werkt.
Dat het niet altijd duidelijk is waarom het werkt, betekent nog niet dat het zweverig is. 

Dat ligt eraan welke klachten je hebt en hoe lang je er al mee loopt.
Acute klachten die nog niet zo lang aanwezig zijn zullen een kortere duur nodig (1-3 keer) hebben dan chronische klachten die al jaren aanwezig zijn. Gemiddeld hebben patiënten 3-5 keer nodig.
Bij baby’s en kinderen gaat het meestal ook sneller (2-4 keer).
Tussen de behandelingen zit een periode zodat het lichaam zich kan aanpassen aan de nieuwe balans.
Dat varieert van 1 tot 2 weken in het begin tot een maand of zelfs 3 tot 6 maanden op het eind van een behandelsessie.